Terecht is in het artikel ‘Witwascontroles monden uit in juridische strijd om bankrekening’ opgemerkt dat de banken het veel ondernemers moeilijk maken een bankrekening te krijgen of te behouden. Zij staan onder grote druk om boetes te vermijden en moeten daartoe perfecte klantdossiers kunnen overleggen (FD, 10 augustus). Dat geldt echter ook voor notarissen, advocaten, belastingadviseurs en accountants.

Hun risicomijdend gedrag ontstaat niet uit willekeur, maar door de hoge kosten van compliance. Deze worden in hoofdzaak veroorzaakt door de onduidelijkheid van de regels. Een wetgever die slechts open normen oplegt, dwingt banken, zeker na het ING-voorbeeld, tot hoge onderzoekskosten, omdat niet helder is wat een voldoende onderzoek is.

Die kosten lopen al snel op van €2.500 voor een eenvoudig dossier tot €30.000 voor meer complexe cliënten. Dat is niet makkelijk terug te verdienen op een gewone rekeninghouder. Dan is het eenvoudiger de klant een bankrekening te weigeren.

Weigering overkomt niet alleen bedrijven uit een moeilijk land of met een ‘schimmige’ activiteit, maar ook ondernemingen die door het NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) zijn uitgenodigd in Nederland te starten. Bijvoorbeeld een Nieuw-Zeelands familiebedrijf, met een in de Angelsaksische wereld volstrekt normale familietrust.

Het is duidelijk dat bij een trust meer personen in kaart moeten worden gebracht, maar niet wat hiervoor de toezichtsnormen zijn. Je wordt geacht de juiste vragen te stellen en het gepaste onderzoek te doen. Maar als bijvoorbeeld een ‘politically exposed person’ een bankrekening wil openen, of een appartement wil kopen, eist de wet een onderzoek naar de herkomst van zijn gehele vermogen. Maar hoe?

Zou minister-president Mark Rutte aan de bank moeten uitleggen wat hij met zijn eerste inkomsten uit een krantenwijk heeft gedaan om aan te kunnen tonen hoe zijn vermogen is opgebouwd? Doe normaal joh, zou ik bijna zeggen!

*Originally published by the Dutch Financial Times. Reprinted with permission.