In de recente Leidraad Lidmaatschapseisen Samenwerkingsverbanden Geboortezorg geeft de ACM, die belast is met onder meer de handhaving van de mededingingswet, een verduidelijking over wat wel en niet kan worden afgesproken in het verband van een samenwerking.
De ACM volgt de bestaande Europese en Nederlandse regels over erkenningsregelingen, en benadrukt dat een samenwerking niet als doel of gevolg mag hebben dat de mededinging wordt beperkt. Om daaraan te kunnen voldoen moeten er transparante en objectieve toelatingscriteria zijn gegeven, zodat iedere aanbieder onder gelijke voorwaarden kan toetreden tot de samenwerking. Het moet ook mogelijk zijn in beroep te komen tegen een weigering tot toelating.
Een punt om nader bij stil te staan is dat naast deze toetsing aan het mededingingsrecht, er ook afspraken kunnen zijn die absoluut noodzakelijk zijn om de samenwerking tot stand te brengen, zoals afspraken over aantallen en geografische beperkingen. Dergelijke noodzakelijke nevenrestricties zijn vrijgesteld van toetsing aan het mededingingsrecht.
De leidraad gaat alleen in op de mededingingsrechtelijke toets. Partijen zullen zelf moeten beoordelen of er criteria zijn die als noodzakelijke nevenrestrictie buiten die toetsing vallen.